In dit artikel ga ik uitgebreid in op de gedragsveranderingen na castratie en de mogelijke invloed van castratieleeftijd hierop. Ook ga ik kort in op mogelijke andere oorzaken die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van bepaald gedrag.
Territoriaal gedrag
Dit is misschien wel een van de voornaamste redenen dat mensen hun kat laten castreren, er komt namelijk veel ongewenst gedrag voort uit de territoriale driften. Zeker bij katers zie je vaak meer onderlinge agressie, zwerfdrang en verwondingen die hieruit voortkomen. Ook het sproeien is vaak prominenter aanwezig bij intacte katten.
Castratie vermindert deze gedragingen aanzienlijk, castratieleeftijd lijkt hier geen verschil in te maken. Mogelijk beperkt vroegcastratie wel de verwondingen naar aanleiding van vechtpartijen, omdat het gedrag al wordt gestopt voor het zich (volledig) heeft ontwikkeld.
Positieve veranderingen
Castratie lijkt invloed te hebben op de hyperactiviteit van katten. In het vorige artikel benoem ik een verminderde activiteit na castratie, dit is hier mogelijk een bepalende factor in. Verder is er vaak meer verlangen naar affectie en wordt er minder felheid gezien tegenover de dierenarts. Ook hierbij lijkt castratieleeftijd geen rol te spelen.
Negatieve veranderingen
Zoals bij veel andere dingen is ook dit niet enkel positief, er kan na castratie dus ook negatief gedrag optreden. Gedrag dat met enige regelmaat wordt gezien, is een toegenomen schuwheid bij de katten. Dit wordt met name gezien tegenover vreemde mensen. Denk hierbij aan het wegvluchten of wegkruipen.
In hoeverre castratieleeftijd dit beïnvloedt, is enige onenigheid over. Er zijn onderzoeken die geen verschil geven tussen vroege of late castratie, maar er zijn ook onderzoeken waarbij het gedrag vaker voorkomt bij vroeggecastreerde kittens.
Andere factoren
Er zijn buiten castratie ook andere factoren gevonden die het gedrag mogelijk beïnvloeden. Deze factoren zijn mogelijk nog wel meer van belang dan de castratie en zijn dan ook zeker noemenswaardig.
Zo zijn er duidelijke verschillen gevonden tussen verschillende groepsgroottes: Kittens binnen een groep lijken in veel mindere mate vormen van spelagressie te vertonen naar elkaar, maar ook tegenover de eigenaar. Het lijkt er dus op dat ze deze grenzen het best van elkaar leren.
Ook opvoedmethodes hebben een grote invloed negatief gedrag: Kittens die worden opgevoed met het strafprincipe (zoals de plantenspuit) vertonen significant vaker negatieve gedragingen dan kittens die geen vorm van straf krijgen. Kanttekening: Dit is mogelijk een “kip of ei”-verhaal.
Conclusie
Castratie heeft een positieve invloed op veel negatieve gedragingen. Castratieleeftijd lijkt hier geen rol bij te spelen, al vermindert het vermoedelijk wel verwondingen die voortkomen uit territoriaal gedrag. Vroegcastratie heeft mogelijk wel een negatieve invloed op de ontwikkeling van schuw gedrag, al zijn de meningen hierover verdeeld.
Ik ben van mening dat de negatieve veranderingen op dit vlak niet opwegen tegen de positieve veranderingen. Daarbij is er geen eenheid over de invloed van vroegcastratie ten opzichte van latere castratie, waardoor het lastig is om de negatieve invloed van vroegcastratie mee te laten wegen als beïnvloedende factor.
Meer lezen over castratie? Hier vind je een overzicht van al mijn castratie blogs!
Bronnen
Long-term risks and benefits of early-age gonadectomy in cats 2004 – Spain CV, Scarlett JM, Houpt KA
Effects of prepubertal gonadectomy on physical and behavioral development in cats. 1996 – Stubbs WP et al.
Effects of castration on fighting, roaming, and urine spraying in adult male cats 1973 – Hart BL, Barrett RE
Prepubertal gonadectomy in shelter cats: anaesthesia, surgery and effect of age at time of gonadectomy on health and behaviour. 2014 – Porters N
Laatst bijgewerkt: mei ’19

Plaats een reactie